Milieu-, energie- en andere subsidies
Subsidies voor maritieme ondernemingen
De overheid biedt een breed scala aan subsidieregelingen ter ondersteuning van de klimaatdoelstellingen, waaronder ook aantrekkelijke mogelijkheden voor maritieme bedrijven. Deze subsidies kunnen aanzienlijk zijn en helpen ondernemers om hun investeringen te realiseren.
Subsidiebudget 2025: € 659 miljoen
Voor 2025 heeft de overheid een recordbedrag gereserveerd voor milieu- en energiesubsidies.
Belangrijke punten:
- De overheid stort geen bedragen op je bankrekening. Subsidies leiden tot fiscale aftrekposten, waardoor je minder of zelfs geen belasting betaalt. Als je winst minder is dan de toegekende subsidie(s), mag je het restant in volgende boekjaren aftrekken.
- Subsidies zijn alleen beschikbaar voor bedrijven die ingeschreven staan bij de Kamer van Koophandel en belastingplichtig zijn in Nederland. Particulieren komen niet in aanmerking voor subsidies.
De belangrijkste milieu- en energiesubsidies zijn:
- Milieu Investering Aftrek (MIA): 27%, 36% of 45% van het investeringsbedrag, afhankelijk van het bedrijfsmiddel.
- Willekeurige afschrijving milieu-investeringen (Vamil): 75% van het investeringsbedrag.
- Energie-investeringsaftrek (EIA): 40% van het investeringsbedrag.
Milieu- en Energielijsten van de RVO:
Subsidiabele bedrijfsmiddelen staan vermeld op de Milieu- en Energielijsten van de RVO (Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland). Deze lijsten bevatten ook de voorwaarden per bedrijfsmiddel en worden regelmatig geactualiseerd.
Voor maritieme ondernemingen staan bijv. de volgende bedrijfsmiddelen op de Milieu- en Energielijsten:
- Elektrische of hybride aandrijflijnen.
- Loodvrije accupakketten.
- Walstroomvoorzieningen, zowel op het schip als op de kade.
- Antifoulingsystemen die op de “Positieve lijst” van de RVO staan.
Subsidiabele kosten:
- Aanschafkosten: hardware, nieuwe materialen en onderdelen.
- Voortbrengingskosten: kosten van montage, installatie en benodigde materialen, incl. arbeidskosten van eigen en ingehuurde medewerkers.
- Advieskosten, o.a. kosten van subsidieaanvragen en keuringen.
Niet-subsidiabele kosten:
- Gebruikte bedrijfsmiddelen en onderhoudskosten.
- Kosten voor grond, woningen, personenauto’s en recreatieve vaartuigen.
- Kosten voor goodwill, vergunningen en andere publiekrechtelijke dispensaties.
Subsidieaanvraagproces:
- Vooronderzoek: bepalen of het bedrijfsmiddel in aanmerking komt en welke regeling(en) toepasbaar zijn.
- Dossieropbouw: een gedetailleerd dossier per bedrijfsmiddel opbouwen, waarin alle informatie staat om de subsidieaanvraag te kunnen beoordelen.
- Dossier indienen bij de RVO, die het beoordeelt en een advies uitbrengt aan de Belastingdienst.
Andere mogelijke subsidies:
- Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA): KIA is een subsidieregeling waarmee de overheid bedrijven wil aanmoedigen om te investeren in bedrijfsmiddelen voor hun ondernemingen. Om in aanmerking te komen voor KIA, moet het geïnvesteerde jaarbedrag tussen € 2.901 en € 392.230 zijn.
- Subsidieregeling Verduurzaming Binnenvaartschepen (SRVB): met deze regeling wenst de overheid ondernemingen te stimuleren om te investeren in schonere scheepsmotoren.
Combinaties van subsidies:
Als een investering in aanmerking komt voor zowel MIA als Vamil, kunnen beide regelingen worden toegepast. Bij overlapping met de EIA is een keuze of splitsing van kosten mogelijk.
Voor elk bedrijfsmiddel wordt slechts één soort investeringssubsidie verstrekt. Als een onderneming een EIA-aanvraag doet voor een bedrijfsmiddel waarop bijv. al een Vamil-subsidie is verstrekt, dan worden het toegekende Vamil-bedrag in mindering gebracht op het EIA-bedrag.
Kenco kan subsidieaanvragen verzorgen:
Kenco kent de weg in subsidieland heel goed en beschikt over de benodigde accreditaties om subsidieaanvragen te verzorgen, van aanvraag tot vaststelling.


Praktijkvoorbeeld: Rederij Voorbeeld
Rederij Voorbeeld wil een oude dieselmotor vervangen door een hybride aandrijving met een elektromotor en een nieuwe dieselmotor.
Daarnaast worden een loodvrij accupakket, walstroomaansluitingen (zowel op het schip als op de kade, bij de gebruikelijke ligplaats), een antifoulingsysteem, en upgrades van navigatie- en communicatieapparatuur en lieren overwogen.
Investeringen:
- Elektromotor: € 250.000.
- Loodvrij accupakket: € 350.000.
- Walstroomaansluiting op het schip: € 5.000.
- Walstroomaansluiting op de kade: € 10.000.
- Antifoulingsysteem: € 20.000
Totaal: € 635.000.
Toegekende subsidies:
-
- Elektromotor: 36% MIA: € 90.000 + 75% Vamil: € 187.500 = € 277.500.
- Loodvrij accupakket: 36% MIA: € 126.000 + 75% Vamil: € 262.500 = € 388.500.
- Walstroomaansluitingen aan boord: 45% MIA: € 2.250.
- Walstroomaansluitingen op de kade: 45% MIA: € 4.500.
- Antifoulingsysteem: 27% MIA: € 5.400 + 75% Vamil: € 15.000 = € 20.400.
Totale fiscale aftrekpost:
MIA: € 228.150 + Vamil: € 465.000 = € 693.150.Investeringen in de nieuwe dieselmotor, de upgrades van de navigatie- en communicatieapparatuur en lieren komen niet in aanmerking voor milieu- of energiesubsidies, omdat die niet op de Milieu- of de Energielijst staan.
Afhankelijk van de specificaties, komt de nieuwe dieselmotor mogelijk wel in aanmerking voor een subsidie o.b.v. de SRVB-regeling.
Zo verzorgt Kenco het aanvragen van milieu- en energie-subsidies:
Kenco werkt met een stappenplan:
1. Onderzoeken of de onderneming voldoet aan de voorwaarden om subsidie(s) te kunnen aanvragen.
2. Onderzoeken welke subsidieregeling(en) van toepassing kunnen zijn. De vragen zijn (o.a.): staat de geplande milieu-investering/-bedrijfsmiddel op de Milieulijst en zo ja, onder welk milieuthema en onder welke code? Staat de geplande energie- investering/-bedrijfsmiddel op de Energielijst en zo ja, in welke categorie en onder welke code?
3. Onderzoeken welke subsidieregeling(en), incl. combinaties daarvan, het meeste opbrengen.
4. Onderzoeken of het wenselijk de geplande investering te spreiden over meerdere boekjaren.
5. Onderzoeken of KIA (kleinschaligheidsinvesteringsaftrek) ook van toepassing is.
6. Bepalen welke investeringen niet in aanmerking komen voor subsidies.
7. Aanmelden van de geplande of gedane investering bij de RVO (Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland).
8. Starten van het opbouwen van het/de dossier(s) (per bedrijfsmiddel). Het/de dossier(s) is/zijn de feitelijke subsidieaanvragen. In overleg met de RVO worden de definitieve thema’s/categorieën en codes bepaald.
9. Verder uitwerken en detailleren van het/de dossier(s), incl. gedetailleerde budgetten met aanschafkosten, voortbrengingskosten, kosten voor het aanpassen van een bedrijfsmiddel, en advieskosten.
10. Na toekenning(en), en indien gewenst, ondersteunen van het inpassen van de toegekende subsidie(s) in de boekhouding en belastingaangifte(s) van de onderneming.
Tijdens het hele proces overlegt Kenco meestal een aantal keren met de RVO.
Het hele proces, d.w.z. van aanmelding bij de RVO tot toekenning, neemt gemiddeld 3 tot 6 maanden in beslag, maar kan ook langer duren. De werkelijke doorlooptijd is o.a. afhankelijk van het bedrijfsmiddel en van de kwaliteit van het aanvraagdossier.
Meer…
Neem contact op
Contact opnemenOp werkdagen zijn wij van 9.00 uur tot 18.00 uur telefonisch bereikbaar op: 06 - 11 004 777. Ook kun je een e-mail sturen naar kenco@kenco.nl of gebruik maken van het contactformulier.